Op zoek naar een koala
Het is een stil weggetje tussen de Great Ocean Road en de vuurtoren. Onze Nederlandse TomTom meneer noemt de weg steevast de Gerrit Osejan Rood. De stem was er door een bereidwillige Pakistaan van het autoverhuurbedrijf opgezet. Op dit kleine weggetje moeten koala’s, kangaroes en andere voor ons onbekende soorten zitten. Maar helaas: niets komen we tegen. Tenslotte ergens een man, fotograferend. Inderdaad: een koala, prachtig met zijn gezichtje naar ons toe en op de foto. Finally, I got him, roep ik enthousiast tegen de man. You may go home now, zegt hij …..
Ien staat ondertussen met een groep Japanners een andere koala te benaderen; die weigert goed te poseren. De Japanners maken geluiden om hem te laten kijken, soms kijkt hij achterom, maar dat is alleen om de afstand met een andere boom te schatten, want hij zit bovenin een baby boompje en wil hogerop.
Tegenover het hotel is sinds gisteren ook een koala ingetrokken, laat de blije B&B eigenaar weten. Het nieuwe territorium wordt ingericht. Hoewel: van enige activiteit is bij koala’s geen sprake: de hele dag op zo’n tak zitten. ’s Avonds zie je ze bewegen, kruipen omhoog of omlaag om wat nieuw groen te gaan happen.
Apollo Bay is een leuk kustplaatsje, met mooie stranden en een haventje. Maar de temperatuur is al sinds Sydney laag; toen nog boven de 27C, maar sindsdien is het niet warmer geweest dan 20 C, en meestal een graad of 16 of nog lager. Voor het wandelen goed te doen, maar een warm terrasje is er niet bij. De toer die de B&B baas aanraadt is fraai: door het Great Otway National Park. Een wandeling door tropisch regenwoud naar een maagdelijk strand, langs de oude vuurtoren (die kennelijk niet zo goed werkte gezien de scheepswrakken), een toespraak van een niet te verstane Aboriginal over de leefgewoonten, klimmen door tropisch regenwoud, een toer op 45 meter hoogte tussen boomtoppen (bomen die wel 100 meter hoog kunnen worden), en tenslotte na terugkomst bier drinken in een oude brewery. ’s Avonds heel gezellig eten met een Duits/Nederlands stel uit Amsterdam; de wijn en sfeer was weer uitstekend (naast de Shiraz ook de Pinot Noir).
Melbourne
In het Best Western hotel in Spencer Street moest je samen rangeren om in de douche/badhok te komen. Gordijnen dicht doen want anders kijk je uit op een blote dikke meneer aan de overkant van een binnenplaats. Stalling van de auto ook een probleem: na amper een nacht kost dat al 133 $. Wat nu? Met veel moeite de Indiase garageopzichter ontmoet die nu 14 jaar in Melbourne woont; hij ritselt een prijs van 69 $ voor 3 dagen, waarbij hij zijn eigen kaartje voor ons gebruikt.
Lopen langs de Yarra rivier, er wordt veel geroeid door de Melbourne University, Honderden boten liggen er. Er is ook feest in de stad en later deze week is de Formule 1. Daniel Ricciardo, een Australiër, het oude maatje van Max Verstappen, is hier heel populair. Overal op straat staan stalletjes met spullen en raceauto’s. Hij rijdt nu voor Renault. Met de voorhistorische tram naar Movida, een Spaanse tapas tent. Langs het prachtig verlichte Flinders Street Station. De volgende dag naar de Queen Victoria markt, de Botanische tuinen, luisteren naar de 5.10 pm Evensongs in de St. Paul’s Cathedral en eten bij een hele hete Thai, Cookie. Wat opvalt is dat de stad zo’n natuurlijke smeltkroes is van nationaliteiten; enorm veel jongeren uit Europa en Azië werken en leven hier; als ze eenmaal als backpacker zijn gekomen willen ze niet meer weg; vinden makkelijk een baan en blijven hangen aan een lokale schone of andere backpacker. We ontmoeten een geweldig goed geklede Hong Kong chinees met een hippe bril bij de bushalte en raken in gesprek. Hij is 45, zit in de financiële business (vastgoed), en woont nu in Melbourne. 15 jaar geleden Hong Kong ontvlucht omdat het moordende tempo een gewoon leven onmogelijk maakte. Nu in Melbourne kan hij goed leven, werken, genieten en relaxen. Het blijkt steeds weer dat je heel makkelijk met iedereen in gesprek komt en dat mensen hun hele leven openleggen. Nemen daar de tijd voor.
Het leven na Bimblegumbie
Je mag wel verwachten dat we na Bimblegumbie in een zwart gat zouden vallen. Dat is ook gebeurd. Het is een stuk saaier geworden. Wel een prachtige toer door de bergen gemaakt om uiteindelijk in Beechworth aan te komen. Gewoon 200 km over smalle en bochtige bergwegen, en tegenliggende motorrijders die in de verkeerde bochten ver op onze kant komen.
De B&B van Beechworth heeft een Zuidafrikaanse bazin; zij is erg nieuwsgierig naar onze vorige accommodatie. Bij het woord Bimblegumbie raakt ze helemaal op dreef en denkt dat wij direct bijstand nodig hebben, want je kon gasten toch niet daar onderbrengen. Maar wij vertellen dat deze accommodatie – na een wat merkwaardig begin- toch wel een fantastische plek was. Misschien dat dit haar teleurstelt. Beechworth is een mooi geconserveerd origineel goudzoekersstadje met prachtige gevels en gietijzeren balkons op de eerste verdieping. Het beste restaurant is de Ox and the Hound (wat die nu met elkaar te maken hebben ontgaat ons; misschien is de F van de Ox weggevallen) maar dat is vol omdat het feest is. Maar het oude Empire Hotel heeft geweldig eten. Echt een mooi oud wildwest stadje. Alleen de oude cowboys zijn nu zwaarlijvige getatoeëerde Harley Davidson berijders geworden met hun overdadig getatoeëerde cowgirls.
Bimblegumbie en Mount Kosciuszko, de hoogste berg van Australie
We komen aan in Bimblegumbie; het moet ons volgende resort zijn. Het is ergens middenin de bergen/het bos en het lijkt op een hippie nederzetting met een ongelooflijke hoeveelheid spullen, krakkemikkige schuurtjes, wat vage kunst verspreid door het bos en een loslopende hond. Nergens mensen, wel muziek uit een met plastic folie dichtgeplakt onderkomen. Roepen, maar geen reactie. We willen hier helemaal niet zijn. Overal oud staal, zooi, en daartussenin, verzameld maatschappelijk afval kunstzinnig neergezet. Waarschijnlijk moeten we toch zijn waar onze TomTom ons origineel heen leidde: Crackenback restaurant en guest house, een halve kilometer terug. Maar daar aangekomen meldt bazin Jody dat we niet bij haar hebben geboekt; we moeten echt in Bimblegumbie zijn. Ze belt haar vriendin Pru van Bimblegumbie; die doet boodschappen en is over 5 minuten terug. Weer naar Bimblegumbie; ondertussen is een man onder een oude truck uitgekropen die ons begroet, verontschuldigend dat hij aan het werk is. Pru komt uiteindelijk aan. We krijgen een rondleiding door de hippie-kolonie; ik heb het over Woodstock, maar zij vindt het meer een Bohemian omgeving.
Het licht doet het niet, omdat Craig met de verbouwing van hun huis en een guest house bezig is. Maar dat wordt wel weer opgelost, zegt Pru. Wifi is er wel; of zou er moeten zijn; waarom doet dat het nu niet? We kunnen ontbijten in hun huis, even achterom lopen, of ’s avonds televisie kijken. Het huis staat overvol met spullen; cd’s en andere dingen kunnen we lenen. Ons penthouse is een huisje verborgen in het bos; donker, met een enorm bed. Ze had het gekocht als king size maar het bleek super king size te zijn en beslaat de hele kamer. Ondertussen had ze wat bier van Craig uit zijn koelkast gehaald. Goed Italiaans bier zelfs.
Naderhand gaan we naar het dorpje om iets te drinken en daarna eten bij Jody in Crackenback: trout, dat wordt gekweekt in een van de meren hier in de bergen. Heel goed, lekker met een Australische Sauvignon Blanc. En nu in ons super king size bed in Bimblegumbie. De rust is oorverdovend hier. Er is alleen bos en berg. Eigenlijk is het hier buiten gewoon een kunstproject van Pru, maar dat hadden we niet gezien.
De volgende dag ontbijten we in een prachtige kamer, met allerlei soorten gekleurd glas. Alles is gegroepeerd. Vivaldi op de achtergrond. Als je goed kijkt zie je nu pas het bijzondere van dit park, dit onderkomen. Het is rommelig, maar bijzonder. Een ongelofelijke hoeveelheid spullen, van oud industrieel erfgoed tot alle soorten fraai glas, oude potten, urinoirs, een dubbeldekker uit de jaren '40, landbouwspullen, zijn hier samengebracht in een natuurlijke omgeving, en alles heeft zijn plaats. Pru is een fantastische gastvrouw; ze vertelt over haar leven, haar mannen , haar dingen. Je zou dit niet hebben willen missen. Craig kweekt bonsai boomtjes bovenop de berg, naast de restauratie van zijn huis en alle andere onderkomens.
Het is een grote verandering met eerder gisteren: Canberra, de hoofdstad, helemaal nieuw gebouwd vanwege een ruzie tussen Melbourne en Sydney die allebei hoofdstad wilden zijn. We waren in Capital Hill, het Parliament House. Een prachtig, open, toegankelijk gebouw met Italiaans marmer in alle kleuren, groot, ruim, een foyer met grijsgroene marmeren pilaren, een fantastische ‘Great Hall’ voor bijzondere gelegenheden, en het House of Representatives en het House of the Senate waar we ongestoord kunnen rondlopen. Er was geen vergadering; de Kamerleden zijn op reces en komen pas later terug. Eerst zijn er nieuwe verkiezingen in mei.
Tenslotte, wandelen naar Mount Kosciuszko, de hoogte berg van Australie, zo'n 2300 m. We gaan niet helemaal naar de top want dat kost 6 uur. Wel 4 uur gelopen naar een mooi bergmeer, het Blue Lake.
Naar Manly, de opera Turandot en de Blue Mountains
Manly is een van de grote stranden in de buurt van Sydney. Je gaat er met een boot heen; wij namen gewoon de openbaar vervoer boot. Je komt eigenlijk aan de binnenkant van een landtong aan, maar je loopt dan door het stadje naar de andere kant, de grote oceaankant. De zee was wild; je mocht niet surfen of zwemmen. Maar de tocht met de boot is fantastisch, in feite leg je vanaf de Circular Quai in omgekeerde richting de tocht af die de Britse kapitein Arthur Phillip maakte, in 1787. Hij kwam binnen met een vloot van 11 schepen met ‘misdadigers’, die ze vanuit Engeland maar naar Australië stuurden om ze kwijt te zijn. Dat was 17 jaar nadat James Cook Australië ontdekte. Hoewel: ontdekte?? Dat was al in 1606 gedaan door Willem Janszoon en lang daarvoor ook al door de Portugezen. En wij varen nu van die zelfde plaats naar buiten.
Genoeg historie: ’s avonds gaan we naar Turandot, een opera van Puccini in het Opera House. De opera is misschien niet zo bekend, maar één aria is wereldberoemd: Nessun Dorma. Prachtig emotioneel gezongen door de Perzische prins Calaf (de Spanjaard Andeka Gorrotxategi) met daarachter het Sydney Opera Choir; het publiek staat bijkans op de banken. Een geweldig spektakel dat je gewoon mee moet maken, eens. Ik probeer een video op de site te zetten van deze aria: iedereen kent hem.
Vandaag naar de Blue Mountains; een prachtig gebied. De bergen zijn echt blauw; dat komt door de olie die uit de bladeren van de gombomen verdampt (een eucalyptus soort); de hele fijne druppeltjes geven een blauwe waas over het gebied; ’s morgens vroeg is dat prachtig. We wandelen over een pad diep het dal in over tegen de berghelling vastgezette trappen: the giant staircase van 1000 treden. Je komt in een tropisch regenwoud met alle geluiden. Gelukkig kunnen we na 2 uur wandelen aan de andere kant naar boven met een treintje.
Op de fiets
Fietsen door Sydney is een belevenis. Beginnen in The Rocks, op een echte Trek TR fiets. Een goeie! Bij binnenkomst meteen alles inleveren (rugzak, kleding, alles wat je overdreven had meegenomen). Alleen een heel klein stuurtasje met water en fototoestel mag mee. En een helmpje. Moest voldoende zijn. Een groepje van 10; Denemarken, USA, en een Chinese. En dan de stad door; de Harbour Bridge echt op (Chinese: ik heb hoogtevrees), naar een local brewery (goed bier!), langs alle kades, Hyde Park, Chinese Quarter, door de Botanische tuin en tenslotte Opera House. Veel smeren met de zonnebrandcrème van de gids. Fantastisch tochtje want eindelijk begin je de stad te begrijpen. Na 4 uur totaal uitgewoond. Slapen in hotel om bij te komen. En dan eten in een geweldig visrestaurant. Het is wel werken.
Naar de opera!
We gaan naar de opera in het Sydney Opera House, dinsdag. Het is Turandot van Puccini. Een prins aanvaardt de uitdaging om een ijskoude prinses te versieren; nou, dat kan alleen maar over ons gaan. Gewoon het Sydney Opera House binnengewandeld, vanmorgen, prachtige dag, 23C. En gekeken wat er was. Duur, maar je bent maar eens hier (waarschijnlijk). Nadat de dame ons nog eens goed had bekeken gaf ze 20% korting, dat vonden we geen probleem. Toen maar de bus genomen naar Bondi Beach, het ‘rijke’ surfstrand van Sydney. Het nemen van een bus vergt nog een hele studie, want er zijn geen kaartjes in de bus. In de shop, zegt de driver, maar welke shop blijft onduidelijk. De eerste shop verwijst ons door naar een tweede, die naar een derde, en die zegt dat zijn apparaat niet werkt. We moeten naar Wharf 4 of 5 volgens hem; op Wharf 4 is er niet zo’n winkel maar bij 5 wel. Ondertussen zijn er wel 3 bussen vertrokken, maar we zijn gisteravond pas heel laat aangekomen, dus het is een rustdag.
Bondi Beach is fraai, lunchen met lekkere broodjes. Dan wandelen langs een mooi kustpad via Tamarama Beach naar Bronti Beach en daar maar gewoon gaan liggen. De strandwachten zijn in grote getale aanwezig want de zee is ruw en je mag niet overal zwemmen gezien de stroming. We gaan natuurlijk het water in tussen de fluitjes van de beach boys dat we steeds in noordelijke richting moeten zwemmen. Je bent allang blij dat je blijft staan tussen de golven, dus zwemmen is geen optie. Inderdaad heel veel onderstroom.
De terugweg met de bus is ook weer een uitdaging; het systeem is niet overduidelijk, maar na een wat merkwaardige ondergrondse overstap zijn we weer op honk. Het geeft wel een beetje een idee van de stad; en van de mensen. Gisteren in de trein van het vliegtuig naar het hotel, als we het centrum (The Rocks) doorkruisen, alle meisjes die met hun vriendjes naar de stad gaan, in hele korte jurkjes, broekjes, schittertopjes, volgens Ien de probleemlijftijd van 15 nauwelijks ontgroeid.
Nu maar eerst eten in of rond Darling Harbour; dat moet de place to be zijn. Morgen fietsen!
Australie
Dit is het reisblog van Ineke en André in Australië. Makkelijker dan bellen en zeker goedkoper. En: we kunnen wat foto's delen. Zo kun je ons een beetje volgen en als je wilt: reacties zijn welkom!
Hartelijke groet,
Ineke en André